Brul 17

De brul van Anne

Een aantal jaren geleden werd ik gevraagd of ik een ‘Lion’ wilde worden, bij Lionsclub Tilburg Roomley. Bijna viel ik van mijn stoel van verbazing. Want laat ik eerlijk zijn, ik vond mezelf niet bepaald passen in het beeld dat ik had van de Lions. Dat beeld was van een club van rijke, nuffige mensen die onder het genot van een versnapering en een dure Riesling zaten te brallen over hun exquise netwerkcontacten, de vastgoedmarkt en zo af en toe iets deden ‘veur het goede doel’. Zo’n club die Youp van ’t Hek op de (Prada)hak zou nemen tijdens een conference. Zo’n club met van die witte mensen met dubbelnamen zoals Pieter-Karel, Anne Margreet, die rijden in een auto die ik van mijn lang-zal-ze-leven niet kan betalen en in huizen wonen waar het mijne vier keer in kon passen.
“Welneeee”, sprak Margot die mij de vraag stelde. “Dat valt allemaal reuze mee. Dat beeld klopt al lang niet meer. Bovendien willen we dat ook niet zijn. Kom gewoon eens een keer kijken dan kun je het met je eigen ogen zien. We vergaderen een keer in de maand en eten daarna bij Hofstede de Blaak en de derde maandag van de maand hebben we een activiteit/bijeenkomst”.

Ze legde uit waar de Lions voor stonden en wat het Lionsmotto “We serve” inhield. Kort gezegd: het doel is om iets goeds te doen voor zij die het nodig hebben en om jezelf te ontwikkelen door nieuwe kennis en ervaringen op te doen. Waarbij het natuurlijk de bedoeling was dat het daarnaast leuk en gezellig is. Nu moet ik ook wel zeggen dat zij het fantastisch uit kon leggen en dat ik toch wel nieuwsgierig werd (enne… eerlijk is eerlijk: Hofstede de Blaak deed het ‘m ook wel).

Dus ik ging kennismaken met de leeuwentroep en zij met mij. En wederom tot mijn verbazing had ik een superleuke avond, voelde me enorm welkom geheten en was verrast door de diversiteit aan (interessante) mensen. Lang verhaal kort: ik werd een Lion, ben dat inmiddels al een aantal jaren met veel plezier en recent ook gebombardeerd tot President (tja, tis natuurlijk een club uit de Verenigde Staten).

En ja, het voelt fijn als je iets kan betekenen voor ‘de ander’, zoals het jaarlijks organiseren van een kerstpakkettenactie voor huishoudens die elk dubbeltje tien keer moeten omdraaien. Jeu de boule-wedstrijden organiseren (samen met Stichting “Met je hart, hockeyclub Tilburg en de jeu de boule club) voor eenzame ouderen, die helemaal losgaan en Genieten met een dikke hoofdletter G. Geld inzamelen voor een operatie-unit in Benin (land in West-Afrika) door een bruisend en zeer goed bezocht event te organiseren in de prachtige tuin en galerie van Simone Theelen in Poppel. Of dichter bij huis: geld inzamelen voor “Broodje Aap & Linke Soep”, een stichting die zich inzet voor integratie van nieuwkomers en met hen heerlijke lunches verzorgt (tip: zeker de moeite waard om daar te eten!) en daadwerkelijk de verbinding maakt. Of met de andere Lionsclubs in de omgeving een internationaal Jeugdkamp organiseren met jongeren uit meer dan 20 landen.

Wijzer ben ik ook geworden, dankzij onze derde maandag van de maand bijeenkomsten. Zo heeft een hoogleraar van de universiteit van Wageningen een uitleg gegeven over de stikstofproblematiek, hebben we aan de lippen gehangen van kunstenaar (en begenadigd verteller) Rob van Trier en uitleg gekregen over zijn prachtige werken, zijn we dankzij Joris Mulder van Centerdata Tilburg meer te weten gekomen over data science en wat de meerwaarde ervan is, zijn we bij Neos in Eindhoven geweest en hebben we daar de Maatschappelijke Opvang en Oekraïne-opvang bezocht. Zijn we meer te weten gekomen over de Vrijmetselarij en haar rituelen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Mooi is om meer te weten te komen over juist díe zaken die vaak niet in je ‘scope’ zitten.

En ja, het is een supergezellige club (een gemengde club van spinnende leeuwen en leeuwinnen:-), waar veel gelachen wordt, toffe gesprekken plaatsvinden en waar we meeleven met elkaar. We zijn een klein maar een fijn cluppie en ik ben nog steeds blij dat ik lid ben van Lionsclub Tilburg Roomley (Roomley is een naam van een beekje hiero in de buurt, dus het is geen “Roemlie”). Tof zou zijn als we meer leden krijgen, want dan kunnen we meer doen en meer betekenen en uiteraard ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’. Dus mocht je, net als ik destijds, toch wel een beetje nieuwsgierig zijn naar die Lions van Roomley Tilburg en wil je het nuttige en aangename combineren, laat het weten, schuif een keer gezellig aan: je bent van Harte Welkom.

Hopelijk tot ziens!

Anne Kretzer

Bookmark the permalink.